Bernhard Proeys was niet alleen de betovergrootvader, maar ook de naamgenoot van Bernt Proeys, de in 1425 vermoorde burgemeester van Utrecht. Bernhard diende als ministeriaal de Utrechtse bisschop Otto II van Lippe. Hoewel bisschop Otto geestelijk én wereldlijk heerser was in het Sticht en het Oversticht, had hij niet de macht die de bisschoppen voor hem wel hadden. Met zijn leger, dat voor een groot deel uit ministerialen bestond, moest hij zijn positie regelmatig letterlijk bevechten. Deze werd namelijk betwist door de aangrenzende graafschappen Holland en Gelre.
In 1227 werd Otto verpletterend verslagen door een Drents boerenleger dat op de been was gebracht door een van zijn leenmannen. De bisschop werd gescalpeerd en in een stinkend moeras achtergelaten. Zijn bloedige dood markeert de afnemende macht van de bisschoppen, een ontwikkeling die vanaf de twaalfde eeuw in gang was gezet. Het hele artikel lees je hier.
utrechtvroeger.com 